Walter Dresscher werd geïnterviewd door Petra Hiemstra van Haagse Hoogvliegers over het onderwerp Ministerie voor Alternatieven. Dat werd een mooi en lang stuk. Lees hieronder het gedeelte over alternatieve mobiliteit.
2. Alternatieve mobiliteit – in 2 uur naar Beijing met de ET3
De komende tijd zal van ons vragen dat we ons opnieuw leren verbinden met en verhouden tot de manier waarop we ons verplaatsen, zoals Anouschka al zei. Mobiliteit is een basisbehoefte en zou ook een basisrechtmoeten zijn.
Als we denken vanuit bestaande systemen, dan gaan we al ons geld inzetten op het ontwikkelen en aanschaffen van stille en schone auto’s, trams en vliegtuigen. Dat is zeker een stap vooruit en vraagt nauwelijks aanpassing van ons gedrag. Echter, dan gebruiken we nog steeds méér materialen dan nodig, wetende dat de meeste auto’s 23 uur per dag stil staan en zo veel meer kostbare ruimte in beslag nemen dan nodig! Zonde! We kunnen zéker met 40% minder parkeercapaciteit toe, berekende Deloitte.
Ook de relatief lompe hyperloop die al in enkele van deze verhalen genoemd werd, voldoet niet aan de natuurlijke behoefte van de mens om voor de deur in te stappen en zelfstandig naar de gewenste bestemming te reizen. Bovendien heeft Elon Musk er belang bij om de komende 20 jaar nog heel veel auto’s te verkopen, om ons daarna naar Mars te laten verhuizen in zijn raketten.
Is er een alternatief? Ja dat is er. Het is een transportnetwerk dat gebruik maakt van vacuüm buizen. Het is ontwikkeld door uitvinder Daryl Oster en heet ET3, (Evacuated Tube Transport Technologies). In zo’n buis bestaat vrijwel geen luchtweerstand. Er is ook geen wrijving van wielen, omdat de capsules zweven op een magnetisch systeem. Eenmaal afgevuurd blijven ze makkelijk op snelheid, als een raket in de ruimte. Dan kun je in theorie in twee uur in Beijing zijn!
Stel dat we op basis van ET3 heroverwegen hoe mobiliteit er uit kan zien, dan zou het ET3 netwerk van iedereen moeten zijn. Je wilt immers niet dat je qua vervoersysteem afhankelijk bent van rijke mensen of buitenlandse partijen. Je wilt een onafhankelijk systeem, dat gedragen wordt door het collectief.
Zo’n collectief mobiliteitssysteem biedt zoveel kansen! Immers: als we het systeem samen ontwikkelen, bouwen en betalen, dan is het in ieders belang om dat zo slim en efficiënt mogelijk te doen. Dan zal de stabiliteit hoog zijn en de kosten voor transport en vervangingsonderdelen laag. Dan zijn we als volk allemaal aandeelhouder en samen verantwoordelijk.
In Den Haag ben ik zelf met mijn gezin en buren een mobiliteitscoöperatie gestart. Een groot succes – en dat is logisch – want vanuit onze boerentraditie zit het vermogen tot coöperatie ons in het bloed. Wij doen, als gezin, alles op de fiets. En als het nodig is gebruiken we een auto die bij onze wensen van dat moment past. Die leasen samen met onze buren in de buurcoöperatie Bomenbuurt Deelt. Zo creëren we actief meer ruimte voor meer ‘duurzaam fraai groen’ én een rijk leven in de onze stadsbuurt. Heel fijn. Op straat én op hoogte!